zaterdag 24 juni 2017

Ondanks Belgische onafhankelijkheid toch nog een tiendaagse veldtocht

J.Jelgerhuis Rienkz, Slag bij Ravels, Stadscollectie Tilburg
De Tiendaagse Veldtocht, die plaatsvond van 2 tot en met 12 augustus is 1831, is een vrij onbekend begrip. Het was een inval van het Nederlandse leger in het zuiderland België, omdat deze zich afgescheiden had van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. De opdrachtgever voor de inval was koning Willem I. Peter Rietbergen en Tom Verschaffel, auteurs van 'Broedertwist. België en Nederland en de erfenis van 1830' schrijven ook over de Tiendaagse Veldtocht.

De inval vanuit Nederland kwam eigenlijk als mosterd na de maaltijd. Bijna een jaar eerder, op 4 oktober 1830, werd immers de onafhankelijkheid van België al uitgeroepen. In de zomer van 1831 kreeg België zelfs een eigen koning die op 21 juli werd ingehuldigd. Koning Willem I legde zich er niet bij neer en in plaats van ontwapenen, stelde hij een nieuw leger samen. Vanuit verontwaardiging evenals een enthousiasme, vooral vanuit het Noorden, meldde zich een groot aantal vrijwilligers. Zo waren er studenten, dichters en dominees die te veld trokken om de Belgen mores te leren.

Aan de grens onder Breda en Eindhoven waren al enkele maanden de legers in gereedheid gebracht. De veldslag begon bij Turnhout, Baarle-Hertog en Ravels. ‘De slag bij Ravels’ werd volgens Rietbergen en Verschaffel bruikbaar in de nationale propaganda vanwege de actieve deelname van de kroonpins Willem en prins Frederik. In de buurt van Antwerpen waren gevechten omdat de bevoorrading van het Nederlandse leger daar veilig gesteld moest worden. Er vielen slachtoffers onder de Belgen, die door hen als ‘slachtpartij’ in de Belgische propaganda werd voorgesteld. Andere plaatsen die betrokken werden bij de Tiendaagse Veldtocht waren Geel, Diest, Beringen en Hasselt. De slag bij Ravels, de slag bij Hasselt, volgens Verschaffel en Rietbergen nauwelijks ‘slagen’ te noemen. Veeleer was het een reeks van warrige schermutselingen. De Belgen boden immers weinig weerstand. 
J.W. Pieneman, De overgave bij Hasselt. Stadscollectie Tilburg
In Leuven werd de strijd beëindigd. Al vanaf 9 augustus was er een Franse interventie waar noch koning Willem I en de regering geen oorlog mee wilden hebben. Het Franse leger werd door de Belgische bevolking met enthousiasme onthaald. Kroonprins Willem, aanvoerder van het Nederlandse leger, beloofde Leuven te sparen als de Belgische soldaten zich zouden terugtrekken. Bij wijze van eer mocht prins Willem mocht zelfs een triomfantelijke intocht in Leuven houden. Een week later werd hij in Dan Haag en Amsterdam als een held onthaald.

De oorlog, die slechts tien dagen duurde, was voorbij. Aan de Nederlandse kant waren er 130 soldaten gesneuveld. Vanuit Nederlands perspectief was de veldtocht als een militair succes te beschouwen, volgens Rietveld en Verschaffel. België had nauwelijks een leger en bood weinig weerstand volgens beide auteurs. Naast enthousiasme in eigen land had de veldslag echter niet veel opgeleverd. Limburg werd weliswaar aan Nederland toegewezen en Luxemburg werd verdeeld onder België en Nederland.

Na deze Tiendaagse Veldtocht en de definitieve afscheiding van België, ondervond koning Willem I steun en was er een nationalistische reflex van de Nederlanders. Om het verlies van België werd niet al te zeer getreurd. Sterker nog, de stemming was behoorlijk anti-Belgisch. België zelf viel volgens de auteurs ten prooi aan een golf van enthousiasme en vaderlandsliefde.

Auteur: Petra Robben, MA-student Open Universiteit, doet onderzoek naar uitingen van nationalisme bij Nederland en België rondom de Tiendaagse Veldtocht in 1831. Daarnaast is Petra Robben beheerder van de stadscollectie bij Stadsmuseum Tilburg.