Indeling Utrechtse vrijwillige jagers
H. Eskuchen 1831
|
In gelegenheidsdocumenten kennen we de zogeheten 'aanspraken', ofwel toespraken op het moment dat de vrijwillige militairen vertrokken naar het 'oorlogsgebied'. In dit geval hebben we een document waarin de vrijwillige jagers, ofwel studenten van de Utrechtse Hogeschool worden aangesproken. Het is 1 augustus 1831 aan de grens met België bij het Brabantse Hilvarenbeek.
De redenaar spreekt de vertrekkende studenten nog eens toe vanaf vaderlandse bodem en zegt hen vaarwel. De studenten hebben blijkbaar al veel inzet getoond en zich op voorhand opgeofferd aan het belang van hun vaderland. Naar het voorbeeld van een krijgsman leerden de studenten o.a. door wapenoefening, zedelijk gedrag en braafheid, volharding en standvastigheid. 'Hebt moed, vrienden!'
Het landgoed Gorp, tussen Goirle en Hilvarenbeek,
ligt aan de grens Nederland-België.
|
Het was de stem des vaderlands, de stem van 'onzen heiligen godsdienst'. De strijd betrof de eer van het vaderland en na een moedige kamp voor de schoonste zaak werden de Utrechtse studenten zegevierend terug verwacht.
'Vaarwel en denkt aan ons: wij zullen u, dit weet gij, dag en nacht en overal in gedachte vergezellen en Gode aanbevelen. Vaarwel, vrienden.'
Uit deze afscheidsreden blijkt in ieder geval dat het vaderland het letterlijke vertrekpunt is voor de studenten. De referentie aan de Griekse machten en het eerbetoon aan het vaderland, geven aan dat het hier om een vroege vorm van nationalisme gaat. Omdat het om een vergelijkend onderzoek gaat naar de verschillen en overeenkomsten tussen de Nederlanders en de Belgen, zal ik nagaan of er vanuit België evenzo aanspraken werden gemaakt aan de ten oorlog strijdende vrijwilligers / studenten.
Petra Robben, MA-student Open Universiteit, doet onderzoek naar overeenkomsten en verschillen van nationalistische uitingen van de Belgen en de Nederlanders rondom de Tiendaagse Veldtocht in 1831. Reacties op de blogposts zijn welkom. Stuur gerust een mail!